Gleitlagersystemen hebben, net als rollagersystemen, de taak om bewegende delen ten opzichte van elkaar te ondersteunen of te geleiden. Ze moeten de optredende krachten opvangen en doorgeven. Bij rollagers worden de lager-elementen echter van elkaar gescheiden door rollende delen – de rollende lichamen – terwijl bij glijlagers het te bewegen onderdeel – meestal een as, een pen of een leisteen – op het glijvlak van een vaste lagerbus, een lagerkom of een glijstrip glijdt. De glijbeweging vindt dus direct plaats tussen de glijlaag van het lagerlichaam en het respectieve gelagerde deel. De smering wordt verzekerd door ingekapselde smeermiddelen of als een vaste laag op een steunlichaam aangebracht. Bij radiale beweging zorgt de lagerafstand tussen de as en de glijlaag voor de beweeglijkheid van de glijpartners. Glijlagers zijn beschikbaar als radiale lagers, axiale lagers, strips, halve schalen en in vele andere bouwvormen. Ze werken stil...